Onze fokdieren worden getest op PKD en HCM

 

PKD

 

Polysystic Kidney Disease

 

PKD is een erfelijke afwijking van de nieren die zowel bij poezen als bij katers voor kan komen. Deze aandoening verloopt  progressief. De aandoening of afwijking neemt dan gedurende het leven toe.
Er zijn langzaam groter wordende cysten (holten) in de nieren, die zijn met vocht gevuld en doen dus niet mee met de nierfunctie. Vaak zijn ze omgeven door een kalkrijke rand.
Aangedane dieren worden gemiddeld ongeveer 8 jaar oud en hebben dan al vaak nakomelingen. Deze aandoening sterft dus niet natuurlijk uit.
Er is inmiddels een dna test beschikbaar om op PKD te testen en PKD  kan ook vroeg worden opgespoord door een speciaal ultrasound onderzoek. Dit onderzoek met geluidsgolven wordt door een radioloog uitgevoerd. Deze golven worden uitgezonden door een transducer en krijgen door de inwendige organen een reflectie terug. Deze geluidsecho wordt door het instrument gemeten en weergegeven op een scherm.
Voor een goed geluidscontact wordt plaatselijk (buik) de vacht verwijderd en een gelei aangebracht.
De trefkans van de diagnose door dit onderzoek is ca 97% bij katten vanaf een leeftijd van 6 maanden (Positieve resultaten zelfs eerder!). Onterecht positieve uitslagen zijn echter verwaarloosbaar.

HCM

 

Hypertrofische Cardiomyopathie

 

Dit is een (meestal) erfelijke afwijking van de hartspier die zowel bij poezen als bij katers voor kan komen. De  hartspier verdikt plaatselijk . Daardoor kan hij minder goed functioneren en dit kan tot de dood leiden. Deze aandoening verloopt  net als PKD progressief. De aandoening of afwijking neemt dan gedurende het leven toe.
De trefkans van de diagnose middels een hartscan (ultrasound onderzoek) is ca 80% bij katers van 2 jaar en poezen van 3 jaar. Onterecht positieve uitslagen zijn echter verwaarloosbaar. Hoewel HCM het meest voorkomt bij middelbare mannelijke katten, zie je ook katten van 3 maanden tot 17 jaar waarbij 87 % mannelijk is.
De ziekteverschijnselen zijn variabel en kunnen lopen van lethargie (slaapzucht), slecht eten, gewichtsverlies, wegkruipen tot flauw vallen, benauwdheid en verlamming van de achterbenen. Soms gaan ze plotseling dood. Bij het luisteren naar het hart hoor je soms een hartgeruis en vertoont de kat een onregelmatige hartslag. De meest waarschijnlijke oorzaak voor een hartruis bij katten is HCM.
De meest voorkomende complicatie van HCM is het falen van het linkerhart en thrombo-embolie (het vastlopen van bloedpropjes in de arteriën). Meestal gebeurt dit bij mannelijke katten van ongeveer 8 jaar.
HCM  kan op dit moment alleen middels ultrasound onderzoek aangetoond worden.

HCM is (wanneer het bij b.v. een echo van het hart geconstateerd wordt) te behandelen. Het doel van de behandeling is het verbeteren van de kamervulling, het verhinderen van longoedeem( vocht achter de longen) en het voorkomen van complicaties zoals thrombo embolie (bloedproppen).


Kattenziekte

 

Kattenziekte is een virusinfectie van het maagdarmkanaal. Het virus komt overal op de wereld voor en is zeer besmettelijk.
Het tast de afweer aan doordat de meeste witte bloedcellen doodgaan.

 

  • Sloom
  • Hoge koorts (vaak 40-41°C)
  • Verlies aan eetlust
  • Veel braken
  • Bloederige dunne ontlasting (diarree)
  • uitdroging
  • Heftige buikpijn

 

Door de verminderde afweer kunnen andere infecties het ziektebeeld verergeren. Zeer jonge katjes kunnen een vreemde manier van lopen vertonen, wanneer de hersenen zijn aangetast. Kattenziekte heeft een hoog sterftepercentage, vooral onder jonge katten. Bij dieren, die de ziekte overleven, kan de dunne ontlasting (diarree) langere tijd blijven bestaan.

Sommige katten sterven zonder ziekteverschijnselen.

Besmetting.

Het virus is buiten de kat zeer resistent en kan nog maanden in de omgeving aanwezig blijven. Alleen goede desinfectie van goed te reinigen oppervlaktes kan het virus onschadelijk maken. Een bankstel of vaste vloerbedekking is echter al niet goed te desinfecteren.
Het virus is dus zeer moeilijk weg te krijgen, zodat een eenmaal besmette ruimte jarenlang gevaarlijk kan blijven voor andere katten.
Katten die nooit buiten komen lopen natuurlijk minder risico op besmetting. Maar zoals hierna blijkt kun je als mens de ziekte ook overdragen. Ongewild en onbewust kun je het virus meenemen naar huis.

Verspreiding.

Het virus verspreidt zich gemakkelijk.
Katten kunnen op allerlei manieren besmet raken: via onderling contact tussen katten maar ook via mensen (het virus kan aan de kleding, de handen of de schoenen van een argeloze bezoeker zitten en zo worden overgebracht). Ook vlooien kunnen de ziekte van de ene naar de andere kat overbrengen.
De ziekte kan echter niet op de mens worden overgebracht.

Bestrijding.

Er is geen behandeling mogelijk tegen deze ziekte. Wel kan geprobeerd worden om de katten te ondersteunen met infuzen en antibiotica (tegen de andere infecties).

 

Niesziekte

Niesziekte is de meest voorkomende infectieziekte bij de kat. 

Het is een uiterst besmettelijke aandoening die alle slijmvliezen van het lichaam aantast en waar katten flink ziek van kunnen zijn.

Oorzaak
Niesziekte is een ziekte die door meerdere kiemen wordt veroorzaakt.
De belangrijkste zijn het calici virus, het rhinotracheitis virus en chlamydiae (een klein soort bacterie).
De ziekteverschijnselen die deze verwekkers veroorzaken lijken zo sterk op elkaar dat ze samengevat worden onder de noemer niesziekte. Vaak is er sprake van een menginfectie met meerdere ziektekiemen.

Besmetting
De ziekte wordt verspreid door katten. De belangrijkste manier van verspreiding is via kleine vochtdruppeltjes beladen met ziektekiemen die een besmette kat door te niezen de lucht inblaast. Deze druppels zijn zo klein dat ze lang (uren) in de lucht kunnen blijven hangen en over grote afstanden met de luchtstroom mee vervoerd kunnen worden. Vooral op plaatsen waar veel katten bij elkaar zitten in een kleine ruimte, zoals cattery's, asiels of dierenpensions, kunnen epidemieën uitbreken.
Hiernaast kan de ziekte ook worden overgedragen door besmette manden, kooien of via handen, kleding en schoeisel van de mens.

Verschijnselen
De naam niesziekte is wat misleidend want niet iedere kat met niesziekte, niest ook.
Niesziekte tast de slijmvliezen van ogen, luchtwegen en het maag/darmstelsel aan. Besmette katten hebben ontstoken ogen, vieze neusuitvloeiing en soms zweertjes op de tong. Vaak gaat het geheel gepaard met diarree. Ze hebben koorts en laten hun eten en drinken staan en niezen of kwijlen vaak.
Dieren die niet drinken, kunnen binnen korte tijd uitdrogen. Ook zijn de aangetaste slijmvliezen van de luchtwegen een vruchtbare voedingsbodem voor allerlei andere kiemen, die onder andere longontstekingen kunnen veroorzaken. Vooral jonge dieren kunnen heel ziek zijn van een niesziekte infectie. Hun afweersysteem is nog niet volledig ontwikkeld en ze zijn vaak nog niet ingeënt. Toch is niesziekte - mits tijdig ontdekt - met een goede behandeling volledig te genezen.

Behandeling
Zoals gezegd wordt niesziekte veroorzaakt door enkele virussen en vooral de chlamydia. Er bestaan nauwelijks medicijnen om de niesziektevirussen te bestrijden, voor de chlamydia bestaan die er wel. Dit betekent dat de behandeling er vooral uit bestaat bijkomende infecties te onderdrukken, uitdroging te bestrijden en eventueel de patiënt dwangvoedering te geven.
In onze praktijk betekent dit dat de patiënt antibiotica, chemotherapeutica en indien nodig infuus krijgt, aangevuld met licht verteerbaar en smakelijk dieetvoer. Ook worden ze bestraald met UV licht, dat de virussen en bacteriën afdoende bestrijdt.

 

FeLV

Iedere katteneigenaar die gaat fokken moet eerst het bloed van zijn/haar kat laten testen op FeLV.

FeLV (feline leukemie viris) is een door virussen overgebrachte vorm van kanker van het bloed- en immuunsysteem.
Besmetting treedt op door directe overdracht van het virus via het speeksel bij onderling likken, blazen of bijten. Daarnaast kunnen kittens via de placenta en de moedermelk geïnfecteerd worden. FeLV is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meeste optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.

Wat voor ziekteverschijnselen heeft een kat met FeLV? Er kunnen tumoren ontstaan in lever, nieren, buikvlies of milt. Doordat het beenmerg niet goed meer functioneert kan de kat bloedarmoede krijgen. De kat kan vermageren, benauwd zijn, koorts hebben en sloom worden, de lymfeknopen kunnen zwellen, de kat heeft een verminderde eetlust, er kunnen voortplantingsproblemen ontstaan in de zin van abortus, sterfte van pasgeboren kittens en onvruchtbaarheid en de kat kan verlammingsverschijnselen krijgen. De aard van de klachten is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen zijn aangetast.

FeLV is niet te genezen. De bacteriële ontstekingen kunnen met antibiotica behandeld worden. Katten die FeLV hebben zullen uiteindelijk overlijden. Hoelang een kat met FeLV nog kan leven is afhankelijk van de symptomen en de weerstand van de kat. Een kat met FeLV dient apart gehouden te worden van andere katten.

Middels de zogeheten Snap test kan het virus aangetoond worden in het bloed. De dierenarts voert deze test meestal zelf uit. Er wordt wat bloed afgenomen van de kat en binnen enkele minuten is de uitslag bekend.

 

FIV

FIV  (feline imunodeficientie virus of kattenaids). Iedere katteneigenaar die gaat fokken moet eerst het bloed van zijn/haar kat laten testen op FIV. FIV wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt. Daarom wordt FIV ook wel kattenaids genoemd. FIV komt alleen bij katten voor en niet bij mensen. Het virus wordt overgebracht via bloedcontact. Katten worden vaak via vecht- en bijtwonden geïnfecteerd. Aangezien katers veel vaker vechten is het aantal katers wat geïnfecteerd is met FIV tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen. Ook bij dekkingen wordt er vaak gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater. Een drachtige poes kan op haar beurt de ziekte overbrengen op haar kittens via de placenta en later via de moedermelk.

Net als bij HIV tast de ziekte het immuunsysteem van de kat aan waardoor ze wordt voor allerlei infecties. FIV kent een aantal stadia: 1. Het acute stadium. Er hoeven geen ziekteverschijnselen op te treden, soms is er alleen koorts. Daarna komt de Asymptomatische fase. Deze periode kan een aantal jaren duren. De kat heeft zelf geen ziekteverschijnselen maar kan wel andere katten besmetten. De 3e fase geeft vage klachten in de vorm van terugkerende koorts, ontstekingen van de ogen verminderde eetlust en vermagering. In de 4e fase (het AIDS gerelateerde stadium) zal de kat echt ziek worden. Te denken valt aan ontstekingen van het tandvlees en de ogen, vermagering, zwelling van de lymfeknopen, benauwdheid en diarree. Deze symptomen zullen zich steeds verergeren. In de 5e fase heeft de kat echt AIDS ontwikkeld. Klachten zullen chronisch worden en er kunnen nieuwe infecties optreden (bijvoorbeeld longontsteking).

FIV is helaas niet te genezen. De infecties kunnen bestreden worden met antibiotica. Een kat waarbij FIV aangetoond is dient alleen te worden gehuisvest en moet in huis gehouden worden zodat hij geen andere katten kan besmetten.

Middels de zogeheten Snap test kan het virus aangetoond worden in het bloed. De dierenarts voert deze test meestal zelf uit. Er wordt wat bloed afgenomen van de kat en binnen enkele minuten is de uitslag bekend.